Artikel 43: vragen WOZL

Raadsleden kunnen zogenaamde ‘artikel 43’ vragen stellen aan het college. Dit zijn politieke vragen van (belangrijke) zaken die in Brunssum spelen. Het college is wettelijk verplicht hier binnen 6 weken op te reageren.

Namens het PAK stelde Servie L’Espoir vragen omtrent de problematiek bij WOZL.

U gaf aan: “Op woensdag 18 januari 2017 is er een bijeenkomst inzake Detachering geweest van de gezamenlijke vakbonden van FNV Overheid, Vakbond ABW en CNV. Er is toen een kleine werkgroep samengesteld die een plan van aanpak gaat uitwerken over de probleemstellingen die zoal spelen. Vooruitlopend op deze problematiek hebben de gezamenlijke vakbonden al een noodkreet gestuurd naar Theo van Kroonenburg. Zie onderstaand bericht.

Geachte heer Kroonenburg/Beste Theo Vorige week was een meeting van kaderleden van de vakbonden inzake detachering en waar medewerkers mee te maken (kunnen) krijgen. Ik heb in ons laatste overleg aangekondigd dat we hiermee aan de slag zouden gaan. Uiteraard komen we hier nog op terug. Van een urgenter karakter zijn de ervaringen die naar boven komen bij de verplaatsing van de activiteiten van business post van Kerkrade naar Sittard. De manier van benadering van de medewerkers wordt als uitermate grievend ervaren. Medewerkers moeten een veel grotere afstand gaan overbruggen, beide locaties liggen dertig kilometer uit elkaar, worden geconfronteerd met fors andere werktijden en er wordt geen rekening gehouden met thuis situaties. En meteen tijdens het gesprek komt al op tafel dat indien men niet akkoord gaat er lager gewaardeerd werk gezocht zal worden met indeling in een lagere loongroep. Argumenten van medewerkers worden niet gehoord. De naam die hierbij naar boven komt is van mevrouw van Munnik, die naast de leidinggevenden betrokken is bij het proces.”

Vraag 1:  “ hoe wordt personeel inzake reisafstand en tijd gecompenseerd en waarom wordt er gedreigd met een lagere loongroep, hoe verhoudt zich dit tot aangepast werk en een juiste benadering van WSW personeel?

Antwoord 1: Allereerst merken wij op dat wij het in het kader van de privacy van medewerkers van WOZL niet correct vinden dat u de naam van één van de medewerkers op deze manier openbaar maakt.  Wij verzoeken u daarmee toekomstig rekening te houden, waarvoor alvast onze dank.  De CAO WSW is van toepassing en de medewerkers ontvangen op basis van deze CAO vergoedingen voor de (langere) reisafstand. Het beeld dat gedreigd zou worden met lagere loongroepen is niet aan de orde. WOZL herkent zich hier niet in. Wel is het zo dat als medewerkers vrijwillig op een andere functie solliciteren, dit – overeenkomstig de CAO – gevolgen kan hebben voor hun loongroep. In
het kader van de beweging bij WOZL wordt deze vraag gesteld door medewerkers die liever elders werkzaam zijn.

U gaf aan: “Ook vanuit de locatie Wenckenbach krijgen we signalen. Er wordt met medewerkers gesproken in groepjes. Vervolgens mogen ze de ruimte weer verlaten en kunnen ze nergens met hun vragen terecht. Er zijn huilende en radeloze medewerkers die niet weten waar ze aan toe zijn.”

Vraag 2:  “Is dit bij het college bekend en welke actie onderneemt u daarop in het WOZL bestuur?”

Antwoord 2: Het moge bekend zijn dat o.a. een kenmerk van de doelgroep is dat deze gevoeliger is voor veranderingen. De reactie op veranderingen vanuit de doelgroep kent vele verschijningsvormen in gedrag, emotie en soms verzuim. WOZL is hiermee vertrouwd en heeft om die reden voor een zorgvuldige aanpak gekozen. De direct leidinggevende, P-adviseurs en middenkader hebben een inschatting gemaakt op persoonsniveau op welke wijze met medewerkers is gesproken over de herinrichting van Beschut. Hierbij is e.e.a.in lijn gebracht met de inrichting van Beschut 2.0 (voor de groep medewerker met IDU-trede 9 en 10) en de groep medewerkers welke voorbereid worden op groepsdetachering. Wij zijn geïnformeerd over het feit dat medewerkers emotioneel werden tijdens bijeenkomsten. Ondanks goede voorbereiding is dit niet te voorkomen en is dit gelegen in de aard van de doelgroep. Met betrekking tot de genoemde aspecten is in het gehele proces aandacht, waarop de leiding van WOZL alert is en adequaat mee omgaat. De signalen, zoals u die schetst dat mensen nergens met hun vragen terecht kunnen zijn niet bekend bij het college en worden niet herkend door het WOZL bestuur, noch door de WOZL directie. Er wordt een zorgvuldig proces gevolgd, waarbij tijd en energie is en wordt gestoken in zowel de medewerkers als ook in het informeren van het thuisfront/de begeleiding.

De brief van de vakbonden en daarmee de signalen worden besproken in het volgende overleg tussen de vakbonden en de directie van WOZL. Als college van B&W laten wij deze zaak vooralsnog bij de directie, waarbij wij van de directie verwachten dat indien hier aanleiding toe is via de AvA dan wel Bestuur van WOZL terugkoppeling volgt.

U gaf aan: “Blijkbaar wordt er weinig ondersteuning geboden aan de medewerkers en zijn nog niet alle leidinggevenden in staat om op een goede manier leiding te geven. Een probleem dat al eerder onderkend is.”

Vraag 3:  “Is deze stelling juist en zo ja wat is dan een verbetertraject?”

Antwoord 3: Wij verwijzen in dit kader naar het antwoord op vraag 2. Er wordt een zorgvuldig proces gevolgd, waarbij tijd en energie is en wordt gestoken in zowel de medewerkers als ook in het informeren van het thuisfront/de begeleiding. De directe leidinggevenden, maar vooral het hogere management speelt hierin een grote rol.

U gaf aan: “Het lijkt ons goed als op zeer korte termijn aandacht besteed wordt aan de post en de reorganisatie van de Wenckenbachstraat . Zorgvuldigheid dient in ieder geval voor snelheid te gaan. Daarnaast willen we beide processen tijdens de eerstvolgende vergadering aan de orde stellen.”

Vraag 4:  “Hoe verhoudt zich dit geheel tot de beloftes gedaan in alle stukken aan de raden gericht die spreken over een goede benadering ,zorgvuldigheid en transitiebeleid?”

Antwoord 4: Wij verwijzen in dit kader naar het antwoord op vraag 2. Er wordt een zorgvuldig proces gevolgd, waarbij tijd en energie is en wordt gestoken in zowel de medewerkers als ook in het informeren van het thuisfront/de begeleiding.