Column Ger Luit: Hallo Brunssum, wie niet sterk is moet slim zijn.

Vanochtend brak ineens de zon door. De zonnestralen brachten me ver terug in de tijd. Ik was op een woensdagmiddag lekker aan het spelen in de bospaadjes met een kameraadje. Bas was enig kind en ik kwam uit een gezin van 10 kinderen. Hij was graag bij ons thuis. Daar was altijd wel wat te beleven en bij hem was dat niet zo. Maar hij had Dinky Toys en ik niet.
Tegenover zijn huis aan de Spoorstraat hadden we in de bosstrook langs het mijnspoor een heel circuit gemaakt om met zijn autootjes te spelen. We hadden wegen aangelegd, viaducten uitgegraven, bergen gemaakt, parkeerplaatsen aangelegd enz. Wat een werk! We konden nu wel allerlei routes rijden, laden en lossen en ook langs de weg stoppen om even te ontspannen. Allemaal fantasie natuurlijk, maar wel leuk. Op deze zonnige middag gingen we als jochies van 5 helemaal op in onze verzonnen wereld.

We kwamen op een heel wrede manier terug in de echte wereld. Er kwamen drie jongens van een jaar of 14 aan op de fiets. Ze reden met veel bravoure tussen de bomen door. Ze hielden stil bij ons en vroegen wat we aan het doen waren. Bas legde alles in geuren en kleuren uit. Hij zei nog heel trots, dat al die auto’s van hem waren. Ineens stapte een van de jongens van de fiets en schopte ons hele circuit in puin. De twee anderen kwamen ook nog even meehelpen. De speelgoedauto’s vlogen in het rond. Ik zei tegen Bas: “haal je vader”. En weg was hij. De jongens sprongen op de fiets en maakten, dat ze weg kwamen. Wat ze niet wisten was, dat de vader van Bas aan het werk was op de mijn. Twee jongetjes van 5 waren 3 opgeschoten jongens toch te slim af. We deden de Dinky Toys in een emmer. We maakten ze schoon onder de perenboom bij Bas thuis. Ondertussen waren we flink op die jongens aan het schelden. Een paar weken later zouden we wraak nemen. Daarover meer een andere keer.